Vliegveld Ockenburg

Luchtvaartpionier Jan Bach

Grondlegger van het in 1939 ontstane hulpvliegveld Ockenburg was Jan Adam Bach jr. (1905-1970). Bach startte zijn vliegerloopbaan op 1 oktober 1924 te Soesterberg bij de Luchtvaartafdeling. Hij ging in de leer bij de bekende kapitein-vlieger Versteegh. Na ruim een jaar haalde Bach zijn Groot Militair Brevet, dit betekende de afsluiting van de leerlingenperiode. In die relatief korte periode had hij een aantal van dertien noodlandingen moeten maken, wat best fors te noemen is. Dit kwam voornamelijk door het verouderde vliegmaterieel, namelijk overblijfselen uit de Eerste Wereldoorlog. Hiervan weigerde regelmatig een motor dienst of bezweek motorophanging door metaalmoeheid. Door deze onzekere factor had Bach zich aangeleerd om direct na het opstijgen goed rond te kijken waar hij zijn kist veilig zou kunnen neerzetten in geval van motorpech. Om die reden had Bach een groot aantal locaties in zijn hoofd opgeslagen welke als landingsterrein zou kunnen dienen. Dit zou later nog goed van pas komen. Om de geoefendheid na de diensttijd te behouden werd bij de Luchtvaartafdeling het fenomeen maandvliegerij ingevoerd. Alle beroepsofficieren-vlieger, reserve-officieren en ook onderofficieren moesten een jaar, nadat zij hun vliegbrevet hadden gehaald maandvlieger worden. De vliegers die naar huis werden gezonden waren verplicht de jaren erna elke maand circa zes uur, verdeeld over vier dagen te komen vliegen. Ook Bach ontkwam niet aan dit systeem, maar ervaarde wel tijdens de mobilisatie van 1939 dat de vliegers vrij goed geoefend weer ingezet konden worden. Na zijn tijd op Soesterberg maakte Bach in 1927 de overstap als vlieger op vliegboten naar de Marineluchtvaartdienst (MLD) De Kooy bij Den Helder om deze na twee jaar te verruilen voor de MLD in Indië. Een kort overzicht van zijn vooroorlogse loopbaan:

1929 Marineluchtvaartdienst te Indië
1932 Verkeersvlieger KNILM
1933 KLM-vlieger in Nederland
1935 Reserve-eerste-luitenant-vlieger Luchtvaartafdeling LVA Soesterberg
1935 Invlieger vliegtuigfabriek Koolhoven te Waalhaven
1935 Oprichter weekblad “Vliegwereld”

In 1937 werd Bach hoofd afdeling vliegtuig import bij de firma Lindeteves-Stokvis. Via deze firma deed Defensie in 1938 een bestelling voor 18 Douglas-8A vliegtuigen inclusief onderdelen. Deze jachtbommenwerpers werden vanuit Amerika geleverd. Inmiddels was het september 1939 geworden en Bach werd opgeroepen voor mobilisatie. Hij was ondertussen bevorderd tot Reserve-kapitein-vlieger en werd in eerste instantie ondercommandant van de BomVa (Bombardeer Vliegtuig Afdeling) op Schiphol. Na enkele maanden werd Bach overgeplaatst naar Soesterberg. Daar kreeg hij de opdracht om de 18 inmiddels gearriveerde Douglas toestellen te assembleren. Kort nadat hij hiermee gestart was kwam het zogeheten november-alarm. Soesterberg moest gezien de oorlogsdreiging worden ontruimd! In eerste instantie was het de bedoeling om de toestellen te laten verdwijnen door ze zo verdekt mogelijk op te stellen. Dat ging Bach erg aan het hart, hij was van mening dat de toestellen nog heel hard nodig konden zijn.

Hij kreeg het voor elkaar een andere locatie te mogen zoeken om de toestellen af te bouwen. Bach ging met op zoek naar een bruikbaar stuk grond binnen de Vesting Holland, hierbij kwam zijn geheugen hem prima van pas. Hij herinnerde zich o.a. een veld aan de rand van Voorburg, het sportpark bij Ockenburg, en een terrein bij Maaldrift. Nadat hij alle terreinen in vliegende vaart had bezocht bleek Ockenburg het meest geschikt te zijn als noodvliegveld. Dit kwam voornamelijk vanwege de ligging en de drainage van het veld, het werd direct gevorderd, we spreken dan over 10 november 1939. Prompt werd het terrein gereedgemaakt zodat de eerste vliegtuigen een dag erna al konden landen. Vliegtuigen die niet vliegklaar waren werden per vrachtauto aangevoerd vanuit Soesterberg. Zo konden uiteindelijk de meeste toestellen verder worden afgebouwd op Ockenburg en worden ingevlogen. Nadat gebleken was dat de oorlogsdreiging voorlopig uitbleef werd besloten de Douglas toestellen weer naar Soesterberg over te vliegen zodat daar verder instructie en les kon worden gegeven. De afdeling werd daarbij geformeerd en al het personeel was in mei 1940 geheel geoefend voor zijn taak.

Toen Bach deze klus op de rit had kreeg hij er een andere opdracht bij. Fokker had een 12-tal G-1 jagers klaarstaan die oorspronkelijk voor Finland bedoeld waren. Vanwege de oorlogsdreiging mochten deze niet worden uitgevoerd en kwamen zij ter beschikking van het Luchtvaartbrigade. De toestellen waren nog niet gevechtsgereed en Bach kreeg de opdracht op dezelfde slagvaardige wijze als met de Douglas toestellen deze klus te klaren. Helaas bleek de tijd te kort en konden er niet meer dan drie toestellen worden ingezet gedurende de oorlogsdagen. Op 7 mei 1940 kwam de order om de gehele afdeling naar vliegveld Ypenburg te verplaatsen. De G-1’s waren nog niet klaar en dus werd besloten het personeel van de G-1 afdeling bij de Douglas-afdeling te plaatsen. Bach voerde het commando over de Douglas toestellen. Vijf Douglas toestellen werden in depot geplaatst op noodvliegveld Ockenburg. De overige stonden gevechtsklaar op Ypenburg. Inmiddels was er ook een afdeling Fokker D21 jagers op Ypenburg gearriveerd.

De eerste oorlogsdag zou dramatisch verlopen voor Bach zijn Douglas-afdeling. Alle toestellen werden binnen enkele uren buiten gevecht gesteld of buitgemaakt. Bij gebrek aan jachtvliegtuigen was van hogerhand was besloten de Douglas-toestellen hiervoor in te zetten. Het werd pijnlijk duidelijk dat de van oorsprong bedoelde jachtbommenwerper totaal ongeschikt bleek voor deze taak. De Douglas-8A was daarbij geen partij voor de Messerschmitt 109 en de Messerschmitt 110. Binnen een paar uur had Bach geen afdeling meer en moest hij zich noodgedwongen terugtrekken met de overgebleven manschappen van zijn onderdeel. Vanaf Ypenburg ging het richting Hoornbrug om vervolgens in hun kwartier, een gevorderde kleuterschool , te Rijswijk zoveel mogelijk manschappen van de afdeling te verzamelen. Vandaar uit konden wat overgebleven vliegers en waarnemers naar Schiphol worden gedirigeerd om drie gereedgekomen Fokker G-1 vliegtuigen te bemannen. Daarnaast werden er nog wat manschappen ingezet bij de bewaking van de toegangswegen naar Den Haag.

Na de Nederlandse capitulatie kwamen de Duitse orders en werden reserveofficieren naar huis gestuurd. Bach meldde zich weer bij zijn oude firma Lindeteves-Stokvis. Hier bleek men echter niet meer over voldoende financiële middelen te beschikken. Dat kwam doordat men was afgesneden van het hoofdkantoor in Nederlands-Indië. Gevolg was dat Bach moest uitzien naar een andere betrekking. Wel kon hij een regeling treffen dat men zijn provisie, waar hij nog recht op had, in delen zou uitbetalen. Volgens ging hij rechten studeren in Leiden, dit was maar van korte duur omdat de Duitsers de universiteit sloten vanwege de studentenstaking. Het lukte Bach uiteindelijk te gaan studeren in Utrecht voor tandarts. Vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog was hij klaar met zijn studie en vestigde hij zich in Den Haag als tandarts. Na de oorlog was Bach met tussenpozen tandarts maar de luchtvaart bleef toch lonken. Een kort overzicht van hoogtepunten in zijn loopbaan na de oorlog:

1946 Directeur Rijksluchtvaartdienst
1948 Onderscheiden met het Bronzen Kruis
1949 Bevorderd tot Reserve-majoor-vlieger
1953 Directeur Materieel bij de Luchtmacht, daarbij bevorderd tot Generaal-majoor-vlieger
1955 Bedrijfsdirecteur bij KLM
1970 Benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw

In 1955 maakte Bach zijn laatste landing als vlieger in een militaire Dakota op vliegveld Valkenburg. Daarmee kwam een einde aan een indrukwekkende vliegerloopbaan. Zo vloog hij meer dan vijftig vliegtuigtypen en maakte bij 7500 vlieguren. Na zijn directeurschap bij KLM in 1959 werkte hij weer als tandarts in Amsterdam tot aan zijn pensionering in 1970. Kort na zijn pensionering overleed Jan Bach op 24 september 1970 op 65 jarige leeftijd te San Remo – Italië. Jan Bach werd op 30 september 1970 gecremeerd in het crematorium op de begraafplaats Westerveld te Velsen.

 

Reserve Kapitein-vlieger Jan Bach in 1939. Bron: Collectie Fam. Bach
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reserve Kapitein-vlieger Jan Bach in 1939.
Bron: Collectie Fam. Bach

This site was last modified on 29/03/2024 at 17:28. (c) Vliegveld-Ockenburg 2001-2024