Commandopost 2e Luchtvaartregiment Ve Groep
Het 2e Luchtvaartregiment stond onder het commando van de Commandant Veldleger, generaal Van Voorst tot Voorst, had zijn staf in Zeist. De operationele onderdelen waren gelegerd op de vliegvelden Ruigenhoek, Gilze-Rijen, Hilversum en Ypenburg. Tijdens de meidagen werd er tevens gebruik gemaakt van de (hulp)vliegvelden Buiksloot, De Zilk en Haamstede. De commandopost van het 2e Luchtvaartregiment Ve Groep was gevestigd in een houten gebouwtje in het bos nabij de villa Ockenrode aan de Monsterseweg. De radiopost was opgesteld in het bos, tussen de commandopost en een ten noorden daarvan gelegen villa. De commandant van het 2e Luchtvaartregiment Ve Groep en tevens de commandant van het vliegveld Ockenburg was de Kapitein-Vlieger Willem Henri Wijnkamp.
Vanuit de commandopost werden op 10 mei diverse bevelen uitgegeven. Bij het verschijnen van de eerste Duitse vliegtuigen stegen vanaf Ypenburg 8 Fokker D-21 vliegtuigen op ter neutraliteitshandhaving, maar in verband met de vele schendingen werd om 04:09 vanuit de commandopost telefonisch bevel aan C.-3-V- LvR gegeven om nog een een patrouille van 3 Douglas vliegtuigen op te laten stijgen. Nadat vanuit de commandopost een twaalftal Heinkel-bommenwerpers boven Ypenburg werden waargenomen, werd aan C.-3-V-LvR telefonisch bevel gegeven om alle vliegtuigen te laten opstijgen. Vervolgens werd radio-telefonisch aan de patrouille commandanten het bevel gegeven om aan te vallen en niet op Ypenburg te landen. Vanuit de commandopost waren verschillende luchtgevechten te volgen. Vanaf ongeveer 05:30 waren diverse Junkers geland op Ockenburg en naaste omgeving, waarvan er een op ongeveer 300 meter achter de commandopost landde. Direct werden een aantal dubbelposten uitgezet ter beveiliging, namelijk een in de richting Ockenburg, een langs de weg naar Loosduinen en een in de richting van de ten noorden gelegen villa. Om ongeveer 07:15 werd een dubbelpatrouille in de naaste omgeving van de commandopost beschoten en kwamen terug, waarvan een militair een schot in de dijbeen had opgelopen. De post van Ockenburg meldde de landing van verschillende vliegtuigen en de post van de villa dat deze al bezet was door Duitse troepen. Omdat de commandopost uit een kleine houten villa bestond en moeilijk te verdedigen was, werd de commandopost ontruimd. Met medeneming van de gewonde werd door het bos op het landgoed Ockenburg teruggetrokken richting Monster. De gewonde militair werd opgenomen in de kliniek Bloemendaal. Vervolgens werd er afgewacht op het oprukken van het 1-I-Regiment Jagers vanuit Monster naar Loosduinen. Aangesloten bij de voorcompagnie rukte men toen weer op in de richting van de commandopost. Na flinke verliezen te hebben geleden, lukte het de Jagers op te rukken tot het landgoed Ockenburg. De commandopost werd om ongeveer 16:00 uur weer bezet en werd er verbinding gemaakt met de C.-3-V-2 LvR. Vanwege de vermissing van C.-1 en 2-V-2 LvR. werd hem opgedragen het bevel over alle onderdelen te voeren.
Later moest het bataljon Jagers met vele verliezen zich terugtrekken tot achter de commandopost. Zij bereikten via de 2 villa's onder een kap (Monsterseweg 10A-10B, later 150-152) en via de reeds verlaten comandopost, tegen 16:30 de lange oprijlaan naar het landgoed Ockenrode. De commandopost was dus reeds wederom ontruimd met medeneming van 2 auto's. Om ongeveer 21:00 uur was de staf V-2-LvR met het bataljon Jagers Loosduinen binnengetrokken, terwijl het gehele boscomplex Ockenburg, de villa Ockenrode alsmede de kliniek Bloemendaal in de handen van Duitse troepen was. De staf V-2-LvR had na de avondschermutselingen 7 vermisten en verbinding met C.-3-V-2-LvR gaf weinig gezichtspunten. Een dag later, op 11 mei, werd door 2 militairen van V-2-LvR een bezoek gebracht aan het hulpvliegveld om de toestand van de vliegtuigen na te gaan. Aan de luitenant Pronk van het Luchtvaartbedrijf werd verzocht om zoveel mogelijk vliegtuigen gevechtsgereed te maken. Dezelfde dag namen officieren van de staf V-2-LvR deel aan de zuiveringsactie in Loosduinen en de naaste omgeving. De commandopost werd op 12 mei om ongeveer 11:00 uur weer betrokken maar kennelijk was deze door Duitse troepen als kwartier gebruikt. De telefoonverbindingen en het radiostation waren onklaar gemaakt, alle autobanden waren lek gestoken, was er zand in de benzinetanks gestrooid en lagen vele inventarisstukken verspreid in het bos van het landgoed. Omdat Duitse troepen zich nog ten zuiden van de Monsterseweg bevonden waren er 6 militairen op de post, terwijl de aangevraagde infanteriedekking niet beschikbaar was. Bij het invallen van de duisternis werd met al het personeel teruggetrokken naar Loosduinen. Daar werd de opdracht ontvangen om een commandopost op Schiphol in te richten en vervolgens daar de groep te verzamelen; dit bericht werd doorgegeven aan C.-3-V-2 LvR. De volgende dag hield men zich bezig met herstellen van de auto's en het inpakken van de inventaris. Buitgemaakte Duitse mitrailleurs met patroonvoorraden waren op de auto's geinstalleerd, om zo de gevechtskracht van de staf te verhogen. Op 14 mei om 07:00 uur begon de reis over Voorschoten naar Leiden en arriveerde men om 12:00 uur in Sloten. Hier werd de commandopost aan de Sloterweg bezocht.
|