Vliegveld Ockenburg
Cornelis Reinier van Kooten

Cornelis Reinier van Kooten werd geboren op 9 september 1909 als zoon van Cornelis Reinier van Kooten en Trijntje van Baarlen. Hij volgde de HBS en haalde ook zijn diploma. Daarna ging hij aan de slag als kantoorbediende. Op 17 juni 1929 werd hij ingelijfd als een gewoon dienstplichtige van de lichting 1929 uit de gemeente Den Haag onder nummer 765 bij het Regiment Grenadiers. Van Kooten werd aangewezen voor de opleiding tot een onderofficier. Op 28 september 1929 werd hij bevorderd tot korporaal-titulair, op 12 oktober 1929 bevorderd tot korporaal, op 11 januari 1930 bevorderd tot sergeant-titulair en op 16 maart 1930 tot sergeant. Tussen 15 maart 1930 en 30 september 1935 ging hij diverse malen op groot verlof. Op 4 september 1929 ging hij over in onderhoud bij 2 R.J. maar op 28 september 1929 keerde hij terug bij 2-R.Gr. Op 3 maart 1930 ging hij in onderhoud bij detachement VI voor een serie schietoefeningen in Legerplaats Harskamp en keerde op 8 maart 1930 weer terug. Op 24 september 1935 ging hij op oefening naar Tilburg en keerde op 26 september 1935 weer terug.

Tijdens zijn dienstplicht periode werd Van Kooten eenmaal berispt, namelijk op 14 september 1929. Hij kreeg van de eerste luitenant Van Rijen, de compagniescommandant, een berisping omdat hij na 45 minuten na de reveille zijn nachtleger niet op de voorgeschreven wijze had opgemaakt. Op 20 september 1935 kreeg hij 2 dagen licht arrest vanwege 'niet onmiddellijk in een bevolen dienst verschenen toen hij daarvoor gewaarschuwd was'. Een week later, op 28 september 1935, kreeg hij weer 2 dagen licht arrest vanwege 'niet tijdig bij een appel verschenen'. Op 30 september 1935 ging hij definitief met groot verlof. Op 17 augustus 1938 trouwde hij in Den Haag met Anna Geertruida Snaauw. Vanaf dat moment woonde het stel aan de Vreeswijkstraat 174 in Den Haag.

Op 28 augustus 1939 werd het Nederlandse leger volledig gemobiliseerd en een dag later keerde ook Van Kooten terug van zijn groot verlof. Met de tram reisde hij naar een school aan de Doornstraat 6 in Scheveningen. Hij werd als sergeant ingedeeld bij de Mitrailleur Compagnie van het 2e Bataljon Regiment Grenadiers. Een dag later werd hij ingedeeld bij de 3e sectie, 1e stuk en werd gelegerd in de basisschool 'De Zonnebloem' aan de Hyacinthweg in Den Haag. Naast bewaken van het hulpvliegveld Ockenburg werd in de omgeving op de fiets patrouilles gereden. Zo kwam Van Kooten tijdens een van de patrouilles bij de verlaten boerderij Solleveld. Van Kooten kreeg op 9 november 1939 door de kapitein Van den Ende 4 dagen licht arrest opgelegd vanwege 'verzuimd tijdig bericht van ongesteldheid, waardoor niet op den gestelden tijd in den kazerne kon terugkeren, aan zijn compagnie te geven, zulks in het mobilisatietijdperk'. Op 4 maart 1940 ging hij met de Mitrailleur Compagnie en het Auto-Bataljon vanwege schietoefeningen tijdelijk naar Legerplaats Harskamp. Hij werd daar sergeant-afstandsmeter.

Op 10 mei 1940 werd na het alarm om ongeveer 05:15 een sectie van deze Mitrailleur Compagnie onder luitenant Groenevelt aan De Savornin Lohmanlaan in Den Haag geposteerd en een andere sectie onder sergeant Velders naar de ijsbaan. De overige mitrailleurs werden opgesteld tegen de luchtdoelen op het sportveld aan de Zonnebloemstraat in Den Haag. In een open terrein aan De Savornin Lohmanlaan en bij de ijsbaan werd geen vijand waargenomen en werd hier dus ook niet geschoten. Tegen de luchtdoelen werd wel geschoten, maar zonder waarneembaar succes. Na het vervoer naar de Hoornbrug werden er diverse mitrailleurs gebruikt voor het afsluiten van de wegen langs het kanaal De Vliet bij de Geestbrug. Hier werd geen vijand waargenomen, zodat na 10:00 uur alles verzameld werd bij de Hoornbrug. Later werden secties geleverd voor diverse opdrachten van de brigadecommandant. In de nacht van 10 op 11 mei 1940 werd een nachtgevecht geleverd op de snelweg Delft - Rotterdam, waarbij de Mitrailleur Compagnie nog een geland Duits vliegtuig in brand schoot. Bij dit gevecht sneuvelde de kapitein Van den Ende en ook verloor de Mitrailleur Compagnie al haar verbindingsmateriaal, diverse fietsen en 3 afstandsmeters. Een vierde raakte ontregeld, waardoor het afgeven van juist gericht mitrailleurvuur bemoeilijkt werd. In de dagen erna werd de Mitrailleur Compagnie verdeeld over de compagnievakken in de ingenomen stellingen. In de latere opmarsen werd er aan de diverse compagnieen langs de verschillende opmarswegen een sectie van de Mitrailleur Compagnie meegegeven. Tot slot werd op 14 mei 1940 tijdens gevechten bij Overschie enig mitrailleurvuur afgegeven voor het innemen van de molen en ook op de doelen aan de rand van Overschie. Na de capitulatie keerde Van Kooten met zijn Mitrailleur Compagnie terug in de basisschool aan de Hyacinthweg. Op 10 juni 1940 kreeg Van Kooten van zijn kapitein, namens de commandant van het Depotbataljon Grenadiers 5e Compagnie, 2 dagen periodiek verlof. Bij deze compagnie werd puin geruimd bij de op 10 mei 1940 gebombardeerde Alexanderkazerne en werd er gewandeld. Lang duurde dit echter niet Van Kooten kwam via een centraal bureau terecht bij een Depotbataljon Jagers in de Weimarstraat in Den Haag. Op 15 juli 1940 werd aan Van Kooten groot verlof verleend.

Op 15 juli 1940 werd de Nederlandsche Opbouwdienst opgericht, met de bedoeling dat Nederlandse gedemobiliseerde militairen, onder leiding van Nederlandse officieren, de oorlogsschade in Nederland zouden herstellen, waarbij zij bovendien van de werkloosheid werden gevrijwaard. Ook Van Kooten kwam in dienst bij de de Nederlandsche Opbouwdienst. Na te zijn ontsnapt aan een overplaatsing naar Gorinchem en Nieuwersluis, kwam hij terecht bij een afdeling van de Nederlandsche Opbouwdienst aan de Acaciastraat in Den Haag. Al na 2 dagen verhuisde hij naar de Merkusstraat, eveneens in Den Haag. Maar begin september 1940 werd Den Haag op last van de autoriteiten echter 'gezuiverd' van alle gedemobiliseerde militairen en zo kwam Van Kooten met zijn mannen van de 1e Afdeling, 2e Korps, 1e District terecht in Sassenheim. Op 18 september 1940 werd Van Kooten ontslagen bij de Nederlandsche Opbouwdienst en meldde zich volgens voorschrift af bij de afdeling Militaire Zaken van het Gemeentesecretarie. Een dag na deze afmelding stapte hij zijn kantoor weer in na een afwezigheid van 1 jaar en 23 dagen. Nog geen jaar later, op 10 augustus 1941, werd zijn zoon Cornelis Reinier "Kees" van Kooten geboren.

Na de bevrijding werd door Van Kooten in 1947 het Oorlogsherinneringskruis (OHK) aangevraagd. Op de vraag waar en wanneer hij in een rechtstreeks contact met de vijand was geweest tijdens de gevechten in 1940 werd door hem het volgende beschreven: "Omgeving Ockenburg, 10 mei bestrijding luchtlandingstroepen, ter afsnijding weg naar Den Haag. Daarbij onder mitr.vuur van vliegtuigen. Vliegveld Ypenburg, 10 mei, met mijn sectie ingedeeld bij andere onderdeelen ter ontzetting van dit vliegveld. Hierbij vijandelijk geweer- en mitr.vuur en bomaanvallen. Omgeving Delft, 11-12-13 mei, bestrijding parachutisten. Vij. mitr.vuur. Met de sectie 4 krijgsgevangenen gemaakt. Overschie, 14 mei. Opmarsch ter ontzetting van dit dorp, onder geweervuur. Schermutselingen in de omgeving door verwarde toestand ook vuur van eigen troepen". Een machtiging tot het dragen van het Oorlogsherinneringskruis met de gesp voor bijzondere krijgsverrichtingen "Nederland mei 1940" werd op 7 januari 1948 officieel aan hem verleend. Cornelis Reinier van Kooten overleed op 10 januari 1979 in Den Haag. Op 3 mei 2013 werd door Kees van Kooten het oorlogsdagsboek van zijn vader aan het NIOD in Amsterdam overhandigd.

Foto: NIOD Amsterdam, collectie 244 Dagboeken en Egodocumenten inv.no. 1845 dagboek C.R. van Kooten

This site was last modified on 12/05/2024 at 19:27. (c) Vliegveld-Ockenburg 2001-2024