Vliegveld Ockenburg

Helikopter proeven

Op 27 november 1962 schreef de luchtvaartonderneming "Aero Ypenburg NV" aan de afdeling Onderwijs van het gemeentebestuur van Den Haag een brief met de mededeling dat zij van Rijkswaterstaat de opdracht hadden gekregen om met een kleine helikopter te vliegen voor proeven, die 3 kilometer uit de kust ter hoogte van het Verversingskanaal werden gemaakt. Deze proefnemingen werden een aantal keer in de wintermaanden gehouden. Voor deze proeven moesten zij enkele honderden kilo's groen poeder in de zee werpen. Omdat zij met deze helikopter maar een beperkt aantal kilo's konden meenemen en er bovendien uit deze helikopter gefotografeerd moest worden, dienden zij een terrein nabij de kust te hebben, om daarvandaan te kunnen opereren. Aero Ypenburg NV had al een aantal terreinen voor dit doel bekeken en waren zo vrij geweest om ook het kampeerterrein op Ockenburg te bekijken. Volgens Aero Ypenburg NV was er op dit terrein een bijzonder geschikte plek op met hun helikopter te landen en wel het grasveldje achter de receptie. Door de Aero Ypenburg NV werd een verzoek gedaan hen toestemming te verlenen voor het opereren vanaf het kampeerterrein Ockenburg.

Namens de NV Bouwgrond Maatschappij "Ockenburgh" werd er door de directeur van de Dienst voor het Gemeentelijk Grondbedrijf van Den Haag op 4 december 1962 schriftelijk aan de directie van Aero Ypenburg NV medegedeeld dat het bedoelde terrein in verband met werkzaamheden op dit terrein niet voor het beoogde doel beschikbaar kon worden gesteld. De directeur was wel bereid toestemming te verlenen voor het gebruik van een terrein (nabij het door de luchtvaartonderneming bedoelde terrein), gelegen achter de sportvelden van het Sportpark Ockenburgh aan de Wijndaelerweg. Daarbij kon de heer J. Zonneveld, wonende aan de Ockenburghstraat 35 (de boerderij aan het einde van de Laan van Meerdervoort) het bedoelde terrein aanwijzen. Aan het gebruik van het terrein door Aero Ypenburg NV werden wel voorwaarden verbonden, namelijk dat de eigenaar van de grond, de NV Bouwgrond Maatschappij "Ockenburgh" door Aero Ypenburg NV zou worden gevrijwaard voor alle aanspraken van derden van het onderhavige gebruik, dat aan deze toestemming door Aero Ypenburg NV geen rechten of schade-aanspraken van welke aard dan ook jegens NV Bouwgrond Maatschappij "Ockenburgh" kon worden ontleend, dat de toestemming (verleend tot 1 april 1963) ten allen tijde kon worden ingetrokken zonder ingebrekestelling of door de tussenkomst van de rechter en indien mogelijk zou er een opzegtermijn van 14 dagen in acht worden genomen. Daarnaast moest de onderhavige grond na afloop van het onderhavige gebruik worden opgeleverd in de staat waarin het zich bij de aanvang van het gebruik bevond, dat de eigenaar van de grond zich het recht behield tot vordering van een vergoeding voor alle schade en nadelen, die door de handelingen of verzuimen van Aero Ypenburg NV waren veroorzaakt en dat de vergoeding voor het gebruik van het terrein 25 gulden per landing bedroeg. Het bedrag moest worden voldaan door overschrijving op de postrekening van de dienst binnen 14 dagen na de datum van de door de dienst te versturen nota. Ook werd nog vermeld dat de toestemming een eventuele verplichting tot het aanvragen en het hebben van vergunningen en dergelijke (onder andere van brandweer, politie, directeur van de begraafplaats Westduin) tot het uitvoeren van de helikoptervluchten niet uitsloot. Indien Aero Ypenburg NV zich kon verenigen met de voorwaarden, dienden zij binnen 7 dagen na dagtekening van de brief een doorslag van deze brief voor akkoord ondertekend terug te sturen.

Namens de burgemeester van Den Haag werd er door de gemeentesecretaris op 24 januari 1963 ook schriftelijk aan Aero Ypenburg NV medegedeeld dat er geen bezwaar bestond tegen het landen en opstijgen van een helikopter op een terrein, gelegen achter het perceel Ockenburghstraat 35 op 2 nader te bepalen dagen in de periode januari 1963 tot en met maart 1963, met per dag ongeveer 5 landingen en opstijgingen en mits bepaalde voorwaarden in acht werden genomen. Deze voorwaarden waren dat voor het houden van de vluchten toestemming van de Rijksluchtvaartdienst verkregen was, dat voor het gebruik van het terrein toestemming van de eigenaar c.q. pachter was verkregen, dat het landingsterrein vrij was obstakels, dat er geen publiek tot het terrein werd toegelaten, dat op het landingsterrein alleen personen werden toegelaten die ambtshalve aanwezig moesten zijn, dat door Aero Ypenburg NV zorg werd gedragen dat op het landingsterrein op ongeveer 50 meter van het H (landings)-teken tenminste 5 schuimblussers met een inhoud van tenminste 10 liter voor brandblussing aanwezig waren (voorzien van een Rijkskeur) en ook tenminste 2 deskundige personen om de blusapparaten te bedienen, dat van de data en uren en waarop de vluchten werden uitgevoerd tijdig kennis werd gegeven aan de politie en aan de alarmcentrale van de brandweer, dat zo kort mogelijk voor de dag waarop de vluchten werden uitgevoerd kennis werd gegeven of overleg met de directeur van de Gemeentelijke Begraafplaatsen gepleegd werd, dat het met de controle belaste personeel van de brandweer en politie ten allen tijde tot het terrein werden toegelaten en dat de bevelen van de politie en brandweer onmiddellijk werden opgevolgd.

This site was last modified on 29/03/2024 at 17:28. (c) Vliegveld-Ockenburg 2001-2024