Vliegveld Ockenburg

Schuilkelders

De gemeente Den Haag stimuleerde het inrichten van (openbare) schuilkelders in bestaande gebouwen. Zo werd door de wethouder van Openbare Werken en Gemeentebedrijven op 2 september 1939 een schriftelijk verzoek verzonden aan de directeur van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht om na te gaan of in de archiefkelder van het voormalig raadhuis in Loosduinen de vereiste bescherming kon worden bewerkstelligd door stalen schuilhutten. Het aantal personen dat hier beschermd moest worden, kon door de Gemeentesecretaris worden opgegeven. Het gebouw waarin deze kelder gelegen was, behoorde tot de categorie C en dat wilde zeggen tot de gebouwen waarvan verwacht kon worden dat deze als gevolg van een explosiedruk van een in de omgeving exploderende bom gedeeltelijk of zelfs volledig zou instorten. De archiefkelder was ook centraal gelegen in het complex van 2 gebouwen (voormalig raadhuis en politiebureau), dat onderling door een smalle poort was gescheiden. Er was geen gelegenheid om de toegang en de nooduitgang op voldoende afstand van elkaar verwijderd te houden. Bij instorting van het gebouw zouden de toegang en de nooduitgang waarschijnlijk gelijktijdig bedolven worden. Om deze reden verdiende het geen aanbeveling om deze kelderruimte tot schuilplaats in te richten. Er werd nog wel opgemerkt dat ten behoeve van het naastgelegen politiebureau een vrijstaande schuilplaats op het achterliggende open terrein was gebouwd.

Er werd in de stad, waaronder in Loosduinen, een inventarisatie gemaakt van kelders onder de bestaande gebouwen die mogelijk als een schuilkelder konden dienen. De kelders binnen een afstand van ongeveer 400 meter tot aan het politiebureau aan de Wilhelminastraat in Loosduinen waren die van de verffabriek, de gemeentesecretarie, de openbare school, de bijzondere school en de melkinrichting. Aan de Kijkduinsestraat 48 was de verffabriek gevestigd en had verschillende kelders. De eerste (grote) kelder was gevestigd onder het magazijn en was onderverdeeld in 6 gelijke ruimten door middel van openingen onderling verbonden. De hoogte was 2.2 5 meter tot 1.80 meter en het totale grondoppervlak was ongeveer 90 vierkante meter. De kelder was bereikbaar vanuit het magazijn. De muren en zoldering waren van steen, de vloer bestond uit tegels. Deze kelder was in gebruik als bergplaats. De tweede kelder lag onder de nitro-afdeling, had een grootte van 88 vierkante meter en een hoogte van ongeveer 2.50 meter. De vloer en de muren waren gemetseld en de zoldering was van beton. De kelder was binnendoor en vanaf het achterterrein toegankelijk. Deze kelder was in gebruik als magazijn en als bergplaats. De derde kelder lag onder de grote malerij en was onderverdeeld. De kelder had een totale grondvlak van ongeveer 98 vierkante meter met een hoogte van 2.30 meter. De muren waren van metselwerk, de vloer was ook van metselwerk, maar waarover beton was gestort. Hier bestond de zoldering uit ijzeren balken met metselwerk. Deze kelder was van binnen en van buiten toegankelijk. De tweede (grote) kelder lag onder het gebouw van het gemeentesecretarie en bestond uit 2 kelders, een verwarmingskelder en een kelder voor het archief. Het grondvlak met inbegrip van het trapportaal was ongeveer 37 vierkante meter. De zoldering was hier samengesteld uit een aantal ijzeren balken, waartussen gewelven bestonden. De vloer was van beton en de wanden waren van metselwerk. In deze kelder bevonden zich 2 luchtkokers. De hoogte van de kelder aan de Wilhelminastraat 1 was ongeveer 2.50 meter. De beide kelders waren alleen van binnenuit toegankelijk. De derde (grote) kelder bevond zich onder de openbare school aan de Alidastraat 42. Deze kelder was een verwarmings- en kolenkelder. De vloer was gemetseld en de zoldering was van gewapend beton. De wanden waren van metselwerk, waarin zich ook 4 koekoeken bevonden. De hoogte was ongeveer 3.80 meter, het grondvlak was ongeveer 120 vierkante meter. De kelder was van binnen toegankelijk. De vierde (grote) kelder bevond zich onder de bijzondere school aan de Julianastraat 7. Deze kelder was een verwarmings- en kolenkelder. Het grondvlak was ongeveer 50 vierkante meter. De vloer en zoldering waren van gewapend beton en de wanden waren van steen. De kelder was binnen toegankelijk. De vijfde (grote) kelder bevond zich onder de melkinrichting en bestond uit 2 kelders. Deze kelder was in gebruik als bergplaats en bereikbaar vanuit de fabriek. De vloeren, zolderingen en de wanden waren van gewapend beton. De hoogte van de kelder was ongeveer 2.40 meter en het grondvlak was hier respectievelijk ongeveer 95 vierkante meter en ongeveer 57 vierkante meter.

Uit de vele plannen voor opname van schuilgelegenheid in gebouwen van de Gemeentelijke Luchtbeschermingsdienst (LBD) alsmede van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht blijkt dat er in de kelder onder de melkinrichting 120 personen 3 uur konden verblijven zonder toevoer van verse lucht en 265 personen indien een apparaat voor de luchtverversing aanwezig was. In de kelder van het perceel Haagweg 467 konden 45 personen 3 uur verblijven zonder toevoer van verse lucht en 100 personen indien er ook hier een apparaat voor luchtverversing aanwezig was. In de kelder van het perceel Pippelingstraat 162 konden 24 personen 3 uur verblijven zonder toevoer van verse lucht en 60 personen indien een apparaat voor de luchtverversing aanwezig was. In de kelder van het perceel Viandenstraat 7 konden 60 personen verblijven zonder toevoer van verse lucht. Eenzelfde aantal personen kon ook in de kelder verblijven indien een apparaat voor de luchtverversing aanwezig was. In de kelder van het perceel Burgemeester Hovylaan 107 konden 20 personen 3 uur verblijven zonder toevoer van verse lucht en 50 personen indien een apparaat voor de luchtverversing aanwezig was. Uiteindelijk zijn deze kelders niet in gebruik genomen als een schuilkelder. In het gebouw van de PTT aan de Listzstraat 30 (omschreven als plaatselijke telefoondienst, sateliet Loosduinen) was een niet-gasdichte schuilkelder voor 5 personen ingericht. Deze schuilkelder bevond zich in een verwarmingskelder/dieselruimte onder het gebouw. De ingang, de uitgang en de nooduitgang bevonden zich bij een trap in het portaal. Ook bij het bijpostkantoor aan de Emmastraat 113B was er een niet-gasdichte schuilkelder voor 25 personen ingericht. De schuilkelder bevond zich op een binnenplaats achter dit bijpostkantoor. Zowel de ingang als de uitgang bevonden zich op de binnenplaats aan de zijde naar het kantoor. De nooduitgang bevond zich op de binnenplaats aan de andere zijde van de schuilgang. In Loosduinen bevonden zich ook nog de onderstaande niet-openbare schuilkelders:

Locatie Gebouw Schuilkelder Toegangen en uitgangen
Willem III Straat 6 - 6A
 
Politiebureau
 
Begane grond
 
Toegang vanuit tuin, nooduitgang luik in buitengevel
 
Burgemeester Hovylaan 2
 
R.K. Meisjesschool
 
Kelder
 
Nooduitgang aan voorgevel
(trap tussen damwand met zandaanvulling)
Pinksterbloemplein 15-16-17-18-19-20
 
Woningen
 
Kelder
 
Toegang onder trap hoofdentree buiten
2 binnen toegangen

This site was last modified on 29/03/2024 at 17:28. (c) Vliegveld-Ockenburg 2001-2024