Landgoed Ockenburg

1960 - 1970

In maart 1960 werd bekend dat er verbeteringen waren gekomen op de begraafplaats. Tussen de aula en het kantoor was er een tijdelijk houten gebouw verrezen dat zowel een ontvangstkamer als een wachruimte omvatte, zodat er na de begrafenissen voor het condoleren geen gebruik meer hoefde te worden gemaakt van de aula. Ook was met het oog op de begrafenissen, waarvoor toen veel belangstelling voor was, een luidsprekerinstallatie aangebracht, waardoor het geluid ook buiten de aula kon worden gehoord. De plannen voor de bouw van een nieuwe aula bij de ingang konden toen nog steeds niet worden uitgevoerd. Dit was het gevolg van de zorgelijke financiele positie van de gemeente.

In
april 1960 werd bekend dat de bouw van een nieuwe aula op de begraafplaats niet voor kwam op het investeringsplan 1960-1961. Op zijn vroegst konden Burgemeester en Wethouders de raad een strekkend voorstel pas in 1962 doen toekomen. De uitvaartdiensten voor de begrafenissen op de begraafplaats werden toen gehouden in een aldaar aanwezig gebouw, die hiervoor tijdelijk was ingericht. Voor de voorziening in de behoefte aan wachtruimten en een
condoleantieruimte was er, in afwachting van de totstandkoming van een aula, een tijdelijk houten gebouwtje opgericht en voor dit doel ingericht.

Op maandag 7 oktober 1963 wist een politieagent op de begraafplaats een overspannen en onder drankinvloed verkerende voorman te overmeesteren. Deze voorman had een moordpoging gepleegd op een echtpaar, die in de dienstwoning op de begraafplaats woonden.

In de middag van maandag 29 juni 1964 brak de op begraafplaats een kleine brand uit. Bij de brand ging het rieten dak van het gebouw voor het personeel verloren. De brandweer kon met 4 stralen nog erger voorkomen. Op zaterdag 4 juli 1964 werd bekend dat er ruim 400.000 gulden uit een voorstel van Burgemeester en Wethouders beschikbaar was gesteld. De accomodatie van de aula, die toen op de begraafplaats in gebruik was genomen, voldeed niet aan de eisen. Burgemeester en Wethouders achten toen het dringend noodzakelijk dat er zo snel mogelijk werd overgegaan tot de bouw van een ontvangstgebouw, omvattende een aula en met een daarbij behorende nevenruimte. Het gebouw bestond volgens het door Burgemeester en Wethouders aan de raad voorgelegde plan uit: een aula met 80 zitplaatsen en maximaal 320 staanplaatsen, een ontvangstkamer voor de familie, een wachtkamer voor belangstellenden, een orgel en ook een condoleancekamer. De aula zou worden voorzien van een gasverwarmingsinstallatie en een geluidsinstallatie. De kosten van de bouw van het ontvangstgebouw werden, met inbegrip van de inrichting en van de te verichten bestratings- en rioleringswerken, op een bedrag van 416.000 gulden geraamd. De raad werd voorgesteld dit bedrag beschikbaar te stellen.

In januari 1965 werd bekend dat de begraafplaats een nieuwe aula kreeg. Op de begraafplaats was een begin gemaakt met de bouw van een aula. Het werk koste 184.968 gulden en werd uitgevoerd door de NV HABO en moest in het najaar van 1965 klaar zijn. Op maandag 1 november 1965 had de begraafplaats na 15 jaar (eindelijk) een aula en werd op die dag officieel in gebruik genomen. Voor de officiele opening van de aula hadden hier al 178 begrafenissen plaatsgevonden.

Op zaterdag 26 juni 1965 was er een brand langs de begraafplaats. Met 3 wagens rukte de brandweer uit naar de begraafplaats, waar een 5-jarig jongetje een vuurtje had gestookt. Dit vuurtje was tot een flinke brand uitgegroeid. Bomen en struiken langs de begraafplaats hadden al vlam gevat.

This site was last modified on 20/04/2024 at 19:58. (c) Landgoed-Ockenburg 2010-2024