Kotz, Richard
Op zondag 18 augustus 1940 werd door de politiepost Noordzeestrand in Bloemendaal gerapporteerd dat om 9:15 bij de poltiepost was gemeld dat een stoffelijk overschot op het strand was gezien, ongeveer ter hoogte van paal 59. Direct werd er een politieagent naar de locatie gestuurd en werd er door de Duitse militaire commandant in de barak achter het "Rode Huis" de Duitse politie in Zandvoort per telefoon ingelicht. Dit werd gedaan gedaan omdat het stoffelijk overschot nog laarzen aan had en een rubberboot in de directe nabijheid lag, zodat het vermoeden voor de hand lag dat het om een militair ging. Het stoffelijk overschot werd door gemeentepersoneel naar het lijkenhuisje in Bloemendaal overgebracht. Dit werd gedaan in opdracht van de commandant van de Duitse grenspolitie in Zandvoort. De politie in Bloemndaal rapporteerde dat er die ochtend ter hoogte van kilometerpaal 97 het stoffelijk overschot was aangespoeld van een Duitse vlieger-onderofficier. Het stoffelijk overschot werd op vordering van de Wehrmachtgraberoffizier en in overleg met de Commandant van Politie per lijkauto overgebracht naar de Algemene Begraafplaats in Den Haag.
Richard Kotz was een bemanningslid van de Heinkel He 111H-2 van 3./KG 53. Het toestel werd in de ochtend van maandag 29 juli 1940 om 09:40 door een Hurricane van het 85 Squadron van de Royal Air Force (RAF), gevlogen door Pilot Officer John Laurance Bickerdike, neergeschoten. De Heinkel He 111H-2 stortte neer in de Noordzee nabij Margate, Kent. Richard Kotz werd op dinsdag 20 augustus 1940 op het Ehrenfriedhof begraven.
|